En zelfgeplukte parasolzwammen nog wel. In de heuvels bij St. Martensvoeren, in België.
In het Nederlands hebben ze maar 1 naam (en natuurlijk een Latijnse naam). Maar in Italië maar liefst 18, volgens de Italiaanse Wikipediapagina:
Bubbola, Bubbola maggiore, Buéscia (Liguria), Chichirijòlu (Calabria), Coculino, Coppulino, Cucamela, Cunocchiellu, Grucola (Alto Lazio), Lepiota, Mazza di tamburo (Friuli Venezia Giulia), Ombrellone, Parasole, Trule, Boisa, Babìciola (Grosseto), Pamperigi (Monte Amiata), Cucmel (Cuneo).
Ieder dorp heeft er zo’n beetje een eigen naam voor. Maar dat geeft wel aan dat ze bekend zijn en dat mensen ze plukken en eten. In Nederland is men er vooral bang voor, van die enge paddestoelen.
Ze smaken heel lekker, te vergelijken met hele sterke champignons. Beetje nootachtig. We hebben ze eenvoudig gebakken in boter met een fijngehakt sjalotje. Daarna over de risotto.
Mis nooit meer iets lekkers
Geef je op voor de updates en ontvang ongeveer 1x per maand bericht in je mailbox.