Schorseneer is één van onze favoriete wintergroenten. Wij vinden ze lekkerder dan pastinaak (te zoet) en aardpeer (te gasvormend). Ze worden ook wel winterasperge genoemd of “keukenmeidenverdriet” vanwege het lastige schoonmaken. Daarom worden ze jammer genoeg niet veel gegeten.
Maar als je weet hoe je ze moet schillen, valt het reuze mee. Okke Amerongen legt het hier heel duidelijk uit. Er staan overigens ook leuke recepten op zijn site, zoals gefrituurde beignets of de klassieke schorsenerensoep, zoals wij meestal maken.
Met kerstmis maakten we zo’n romige schorsenerensoep met een gebakken coquille. Je kunt het recept van Okke gebruiken als basis. Wij hebben de soep op smaak gebracht met wat nootmuskaat en chilipoeder.
In plaats van amandelschaafsel en croutons serveerden wij er een gebakken coquille bij en een krokant plakje gegrilde Serrano ham. Vorig jaar combineerden we de schorsenerensoep met een stukje gerookte zalmforel, ook lekker.
En van de week maakten we een gratin met schorseneren, room en parmezaanse kaas uit de oven. Een simpel receptje:
- Kook de schorseneren in stukjes (± 5 cm) in 15 minuten gaar.
- Dan in een gratinschaal overgieten met een mengsel van slagroom, geraspte parmezaanse kaas, peper, nootmuskaat en zout.
- En in de oven op 180 graden goudbruin bakken.
Als je ze iets pittiger wilt, kun je ze ook even goudbruin bakken in een koekenpan met boter en dan serveren met een gremolata, een mengsel van fijngehakte peterselie, knoflook en geraspte citroenschil. Heerlijk!
Mis nooit meer iets lekkers
Geef je op voor de updates en ontvang ongeveer 1x per maand bericht in je mailbox.
2 reacties
Ook lekker: geschild, gebakken en gegrild in een plakje ham met een champignon roomsausje!
Zeker lekker. Wat kan er eigenlijk niet met schorseneren? En waarom eten we ze dan zo weinig?