Tajarin con fegatini, noemt Antonio Carluccio deze pasta met kippenlever, eekhoorntjesbrood en truffel. Kort gebakken en geblust met geurige oloroso-sherry (Carluccio doet het met marsala, zal beslist ook heel lekker zijn). De perfecte manier om lever te (leren) eten.
Dit maken we graag op koude dagen: in de oven gebakken venkel met uien, tomaatjes en chorizo. Met fregola, van die dikke pasta-bolletjes. Lijkt sterk op reuzen-couscous. En tenslotte nog wat gremolata erover.
We zijn nog nooit in Vietnam geweest, not even close. Dus ons beeld ervan wordt vooral bepaald door kookboeken, verhalen van anderen en reisseries zoals Anthony Bourdain’s No Reservations.
En dan zien we drukke straten, ontelbare eetstalletjes en kleine plastic krukjes. Maar vooral veel pho, de kruidige, goedgevulde soep die men daar blijkbaar overal op straat kan eten. Dat spreekt ons wel aan.
Combinaties en contrasten
Het zijn vooral die combinaties van diepe volle smaken, zoals van kaneel en anijs, gecombineerd met frisheid van bijvoorbeeld limoen, munt en basilicum. En de zachte noedels tegenover de crispy duck. En ga zo maar door.
Dat zit allemaal in deze pho met eend. Vooral lekker als het buiten nat sneeuwt. Maar dat weten ze in Vietnam misschien nog niet.
Het leuke van wandelen in de herfst is dat je tegelijkertijd ook paddestoelen kunt zoeken. Als je geluk hebt levert het meteen een lekker avondmaal op. Hoewel we best wat soorten kunnen determineren, plukken we voor het gemak vooral de twee lekkerste: eekhoorntjesbrood (ook wel bekend als porcini en cèpes) en kastanjeboleet.
We waren in Zuid Frankrijk, in de Luberon, een waar smikkelparadijs. We zullen er hier in komende posts meer verslag van doen. Zoals over de vele heerlijke markten, de Bistrots de Pays, de kazen en pasteien en zelfs een enkele Michelin-ster.
Een beetje geïmproviseerd maar lekker lentegerecht met groentes die we in huis hadden. Kijk zelf maar even hoeveel je van alles wilt gebruiken, komt allemaal niet zo nauw.
Neem bij het koken wel vast een glas wijn en zet vooral het nieuwe album van Jovanotti op en je krijgt vanzelf een echt Italiaans lentegerecht.
Wij zijn verschrikkelijk blij met Fou Fow Ramen: zo’n restaurant waar je snel even binnen kunt lopen om zonder veel plichtplegingen lekker te eten. En dat hebben we dan ook regelmatig. Gewoon doordeweeks, na het werk of voor de film. Even een kom soep eten, paar gerechtjes erbij. En dan in een half uur of 3 kwartier weer verder.
Fou Fow Ramen is eenvoudig ingericht, niet al te trendy, maar licht en opgeruimd. Je ziet de koks bezig. De doorloopsnelheid is er hoog zonder dat je opgejaagd wordt. En het ruikt er lekker naar soep.
Hoogtepunt van onze Sicilië reis was toch wel de lunch bij visrestaurant Da Vittorio aan de zuidkust vlakbij Menfi. Als je het niet weet, zou je er nooit komen; zelfs de TomTom kon het niet vinden.
Pasta met pijlinktvis, oftewel orecchiette con seppie. Haal die pijlinktvis vers en heel op de markt. Ze komen vaak uit de Noordzee en zijn niet duur. Maar vooral hartstikke lekker en zo klaargemaakt. Als je het durft.
Verser kan niet: de vongole scharrelen nog vrolijk rond in hun bakje met zout water. Om daarna in de pan met witte wijn en knoflook te belanden. Uit met de pret.
We zijn veel weggeweest de laatste tijd: Valencia, Berlijn en onlangs waren we in het Allgäu in Beieren, een mooie bergstreek om in te wandelen in de herfst.
Dachten we, want het bleek vrij regenachtig, mistig en koud te zijn toen wij er waren. Nauwelijks de Goldener Oktober waarop we ons hadden verheugd. Dus zijn we maar veel gaan eten.
Ooit aten we dit na een lange wandeling over hoogvlaktes in de Abruzzen: een groot bord spaghetti met worst in rode wijn, boter en salie. Beetje bonkig. Maar heerlijk als je grote honger hebt.
De afgelopen weken hebben we de 3 delen van Sicily Unpacked weer eens bekeken, met chef Giorgio Locatelli en kunsthistoricus Andrew Graham-Dixon: een dreamteam voor hedonisten zoals wij. En we hebben besloten weer naar Sicilië te gaan. Weliswaar pas in het voorjaar, maar dan duurt de voorpret des te langer. Lees verder
Pasta met tuinbonen, erwten en rucola, een ontzettend lekkere en geraffineerde combinatie. De fettucine komen op een zijdezachte puree van tuinbonen, en erover gaat een volle saus van boter, wijn en room. Komt uit de “Franse periode” van Giorgio Locatelli. Wat complexer dan een typisch Italiaanse pasta.
Het is dan ook een tikje bewerkelijk, zeker als je de bonen en erwten vers wilt zoals wij. Maar uit de diepvries kan ook. Dat geldt ook voor de pasta, mooie dikke fettucine: die kun je zelf maken of gewoon kant en klaar kopen.
Het is helemaal lekker als je er zo’n witte wijn bij drinkt als deze Pecorino van La Valentina uit de Abruzzen (inderdaad, pecorino is óók een Italiaanse druivensoort, niet alleen een schapenkaas. En bij dit gerecht komen ze mooi samen).
Toni Mazel en Stijn Nieuwendijk schrijven hier over lekker koken & eten. In de breedste zin van het woord: over eetcultuur, goede kookboeken, fijne adresjes. Met soms een recept maar altijd met mooie foto’s.
De jongste reacties: